THE WIENERS (NL)
website
my space

CD review


CONCERT INFO

FRIDAY, JANUARY 23 - GOORBLUES WUUSTWEZEL
website

reporter: witteMVS
photo: Freddy

CONCERT REVIEW

Eerst reed ik er traag voorbij, denkende ‘Kijk, een danscafé, die ook ’t Goor noemt’, maar terwijl ik dat dacht, daagde het al meteen bij me dat dit dé plaats moest zijn. Remmen, vóór en achter niets te zien, een turn around van 360 graden en floep, een plaatsje net groot genoeg om mijn kar tussen te wringen, ongeveer ter hoogte van de main entrance. My Lucky day. Mijn god, een dancing !?! Mijn angsten verdwenen al meteen bij het betreden van het etablissement. Dit was duidelijk geen dancing zoals die schabouwlijke dansbunkers die ganse nachten techno, bass and drums op onbespreekbaar hoog volume op je afvuren en je na een kwartiertje al doen uitkijken naar de lokale XTC-dealer of amfetamine-boer, om dit audio-geweld enigszins draaglijk te maken en de quasi onmogelijke opdracht te kunnen uitzitten. Hier niet zo dus. Er werd zelfs muziek gedraaid. En goeie dan nog. ‘k Was al gelijk beschaamd dat ik hier nog niet eerder was geweest.
Michel van Goorblues zat te glunderen aan de toog. Hij stelde mij zijn madam voor. Ik wist eerlijk gezegd niet dat hij een madam had, maar dat zal hij van mij ook wel denken. Paul was disc-jockey, om de oude benaming van muziek draaien nog eens uit de kast te halen, en haast onherkenbaar zonder hoed. Bij deze wens ik hem nog eens proficiat met zijn staminee. Het heeft net de goeie afmetingen, met een podium waar al een zeskoppige formatie moet kunnen op neerstrijken en een geluidsinstallatie die perfect is afgestemd op het te vullen volume. Very nice indeed. Op het (goor)eind van de wereld, of alleszins van België, zijn ze toch voorzien van een gezellig café, annex bluesclub, met Paul’s doening. Chapeau ! Moest het zover niet zijn, ‘k zat hier alle dagen, voor mijnen aperitief en mijn slaapmutsje.

In dit prachtige decor van houten balken en tientallen theaterspots aan het plafond, stonden The Wieners, volledig in de tijdsgeest van de early fifties, op het podium nog snel even hun setlist door te nemen. Vanaf mijn plaatsje aan de toog, maar tegelijk toch ook dicht bij de bühne, kon ik zo’n, naar schatting, tachtigtal nummers ontwaren op het lijstje. Nogal wiedes dat ze daar een selectie moesten uit maken.

 

The Wieners zijn een levende juke-box uit de jaren vijftig. Zo’n rond kapelleke met roze en paarse lichtbuizen en waarin je de platenspeler ziet werken. Een Wurlitzer, of een Seeburg, of een Rock-Ola. Ze beginnen met “Peggy Sue” want heel binnenkort starten ze met een Buddy Holly – tribute tournée doorheen heel Nederland. Het klinkt als een volmaakte copie van het origineel. En dat is zo met nagenoeg het ganse oeuvre het geval. Alle haast perfecte copietjes van het oorspronkelijke werk. Een paar nummers verder spelen ze ook nog de sequel van dit nummer, “Peggy Sue Got Married”.

Zowel de eerste, tweede en, jawel, derde set baden in die nostalgische juke-box sfeer. Mijn eerste kennismaking met de nummers die hier nu door de Wieners de  gelagzaal worden ingestuurd, was met de kermis op de autoscooter. Een gigantisch vettige kuif op de hersenpan, ballonblazende kauwgum in het smoelwerk, een te grote vieze vettige haarkam in de achterzak van de JSB-jeans en een leren jekker waar we zelf een beetje bang van waren als hij over de stoelleuning hing. De uiteindelijke bedoeling van deze uitrusting was om er vooral niet uit te zien als die rozige brilkloot Raymond L., zoon van de horlogemaker en steevast de eerste van de klas, en die later op zijn zestiende nog altijd in een ‘geklede’ korte broek en blazer zou rondlopen en bovendien nog altijd dagelijks de mis zou bijwonen en zijn liturgiekaart laten tekenen door de pastoor, om ze fier af te geven aan de prefect van het college. Omdat we nog te jong waren om met brommers rond te jakkeren zoals de ‘echte’ nozems van de gemeente, hadden we onze fietsen uitgerust met racestuur, retroviseurs, spiraalwikkel rond de remkabels. Spatborden werden er echter afgesloopt. De voorbode van de shopper. James Dean in ‘Rebel without a cause’ en Marlon Brando in ‘The Wild One’ waren onze grote voorbeelden. Als je deze prenten vandaag terugziet, lijken ze zo aandoenlijk braaf en ongevaarlijk. En zo klinkt vandaag de dag deze wilde mannen rock ‘n’ roll ook. Braaf en ongevaarlijk.

Jaap Wijn, vocals en rhythm guitar en snare drum, Rob Roemers, vocals en lead guitar en lapsteel en Roland Verbruggen, vocals en double bass, samen The Wieners  hebben die roemruchte heldentijden niet gekend. Niet live tenminste. Zij zullen het eerder van de Fonz opgepikt hebben die een twintig jaar later ten tonele verscheen. Of liever, op het TV-scherm in zijn soap “Happy Days”.
Nochtans weten zij de essentie van de rock ‘n’ roll vast te pinnen in hun nummers. Het ongecompliceerde ‘It’s only rock ‘n’ roll’ zit er helemaal ingebakken. Ik kan je nog wel een bloemlezing meegeven uit de om en bij veertig nummers die ze ons hebben voorgespeeld, want zoveel songs van twee minuten heb je nodig om méér dan twee uur te vullen. Get Rhythm, Mystery Train, Rock and Rhythm and Blues, Rosalee (van Burnette), Too Tired to Rock, Don’t Be Cruel, Cryin’ Waitin’ Hopin’, Romona, Christine, Brown Eyed Handsome Man, Bird Dog, Heartbeat, Summertime Blues, All Shook Up, Rave On, Boppin’ the Blues, Ring of Fire, Rock-a-Billy Boogie,High Heel Sneakers, All My Love, Runaway Boys, Love Hurts…. Deze laatste  brachten ze ons opdat we ze niet zouden terugroepen.

Eén nummer wil ik speciaal met superstip noteren, “Only the Lonely” van Roy Orbison, compleet met de harmony vocals en de ganse reutemeteut. Perfect getimed ook. Wondermooi en met kippevel-potentiëel. Het befaamde kiekebich-syndroom.

The Wieners zijn van de besten in dit segment van de zo getrouw mogelijke covers. Je voelt je gelijk een halve eeuw her in de geschiedenis.

Perfecte klankkleur ook, Paul. Als het werk van een echte sound-technieker. En de muziek vóór, tussen en na paste ook volledig in het tijdsbeeld. Dik in orde, zeggen ze in onze regio.

Tot weldra,

witteMVS